Hemma (35), getrouwd met Arnold, moeder van drie kinderen, heeft op haar zeventiende het Zeeuwse achtergelaten voor studie, werk èn liefde.
Hemma: ‘Ik ben opgegroeid in de binnenstad van Middelburg waar ik heb gewoond totdat ik ging studeren. Middelburg is een prachtige stad met een rijke geschiedenis en mooie, oude gebouwen. Maar ook de natuur en het groen eromheen maakt het een aantrekkelijke plek om te wonen.
Aan mijn jeugd heb ik fijne herinneringen. In de zomer gingen we vaak naar het strand in Oostkapelle, waar we met de hele familie een strandhokje hadden. Er waren daar altijd wel familieleden, reuze gezellig! Ook ging ik regelmatig naar een vriendinnetje. Zij woonde in de haven op een winkelschip. We konden daar leuk zwemmen en kanoën in het kanaal. Vanaf m’n tiende jaar mocht ik wel eens alleen de stad in om een ijsje te halen en dat was zeker in de zomer met de vele festiviteiten zoals ringrijden echt een feestje. Ik weet dat men nu soms gek wordt van de toeristen, maar ik vond het altijd erg gezellig. Ik houd niet zo van kleine, rustige dorpjes. Geef mij maar de stad met alle voorzieningen en een beetje reuring.
Op mijn 17e begon ik aan mijn studie journalistiek in Ede en kwam ik alleen nog in het weekend in Middelburg. Na mijn studie kon ik aan de slag bij de Evangelische Omroep in Hilversum. Ik trouwde met mijn man en aangezien hij in de Randstad woonde en werkte, was de keuze voor onze woonplaats snel gemaakt. We begonnen in Boskoop en wonen nu in Waddinxveen. Het is een stuk minder karakteristiek dan Middelburg, maar we hebben hier veel voorzieningen en het ligt centraal. Zo zijn de steden Utrecht, Rotterdam en Den Haag makkelijk te bereiken en evenementen zijn vaak in de buurt. Wij hebben een paar jaar een museumkaart en Rotterdampas gehad. Daarmee kun je heel veel leuke musea, dierentuinen en speeltuinen bezoeken. Vanuit Zeeland is dat allemaal te ver weg. Dat vind ik een nadeel, het is toch een beetje een uithoek.
Toch voel ik me nog op en top Zeeuw. Ik voel me er thuis. Misschien is het ’t kleine wereldje, het ons kent ons, ik weet het niet. Ik heb het gevoel dat mensen in de Randstad zich sneller druk maken, wat gejaagder leven en dat Zeeuwen net wat nuchterder en makkelijker zijn. De rust in Zeeland doet denk ik ook wat met de mentaliteit.
Met het Zeeuwse dialect heb ik trouwens nooit veel gehad. Tijdens mijn studie zeiden mensen regelmatig dat ze niet konden horen dat dat ik uit Zeeland kwam en dat vond ik absoluut niet erg. Dat zal ook een beetje Middelburgs zijn. Veel klasgenoten uit dorpen uit verschillende delen van Zeeland spraken wel Zeeuws en daar nam ik wel af en toe iets van over. Zo zei ik eens tegen mijn man: ‘Laat maar doen’. Hij dacht dat hij het moest doen, terwijl ik bedoelde dat hij het maar moest laten gaan. En zo zijn er wel vaker verdwaalde Zeeuwse uitdrukkingen waar hij een beetje om moet lachen. Zo heb ik het altijd over friet, terwijl manlief het bij patat houdt. De kinderen weten nu niet goed welk woord ze ervoor moeten gebruiken, aangezien ze steevast door één van ons verbeterd worden.
Mijn familie mis ik het meest. Ik kan niet zomaar even langsfietsen bij mijn moeder of op de thee bij een zus, want het is anderhalf uur rijden. Een klein voordeeltje daarvan is wel dat als we naar Zeeland gaan, we direct een paar dagen blijven. Mijn moeder heeft een bed and breakfast waar we kunnen slapen dus dat is erg fijn. Hoewel we hier ook stranden hebben, zijn die wel verder weg en drukker. Toen we net in Boskoop woonden vroeg mijn schoonmoeder eens of ik meeging naar het strand. Toen ze zei dat ze al om half negen wilde vertrekken in verband met de file moest ik echt even schakelen. Wat dat betreft denk ik weleens met een tikje weemoed terug aan de Zeeuwse zomers. Ik houd zelfs zóveel van het strand dat ik drie zomers als strandwacht heb gewerkt in Oostkapelle. Dat was de leukste bijbaan die ik heb gehad. ’s Ochtends vroeg zag je de zon opkomen en liep je in stilte over het strand om alles schoon te maken. Overdag was het gezellig druk met Zeeuwen en vakantiegangers en was je bezig met patrouilles, EHBO en het verhuren van spullen.
De echte Zeeuwse bolus wordt ook zeker gemist. Ze zijn hier lastig te krijgen dus als mijn moeder komt, neemt ze er vaak een heleboel mee die ik dan kan invriezen om zo op zaterdagochtend met een beetje roomboter te genieten van een goede Zeeuwse gewoonte. Die moeten in stand gehouden worden, toch?
We hebben het hier goed en het ziet er momenteel niet naar uit dat we nog eens naar Zeeland vertrekken. Toch kriebelt het weleens en mijn man staat er ook zeker voor open. Eén van zijn hobby’s is windsurfen en wat dat betreft zit je in Zeeland natuurlijk goed. Maar nu de kinderen wat ouder worden, is de keuze steeds lastiger. En wat als we nu naar Zeeland verhuizen en zij gaan daarna weer in de Randstad studeren? Nu kunnen ze, als ze dat willen, gewoon thuis blijven wonen. Stel dat we ooit naar Zeeland verhuizen, dan is het omdat het echt op een bepaalde manier op ons pad komt.’